AK Academy stemmingsstoornissen
Perinatale depressie
Een perinatale depressie (tijdens of na de zwangerschap) is meer dan een ‘babyblues’. Het gaat om een depressieve stoornis met specifieke kenmerken. Perinatale depressies worden nog vaak onderschat en blijven onderbehandeld, en dat kan grote gevolgen hebben voor zowel de moeder als het kind.

Hoewel men er tegenwoordig al meer open over babbelt, blijft de maatschappij het moederschap romantiseren als een ervaring die uitsluitend positief is. Moeders met een depressie worden nog steeds gestigmatiseerd. Vaak voelen ze zich beschaamd en schuldig en durven ze niet over hun moeilijkheden te praten, waardoor ze geen hulp zoeken. Perinatale depressie blijft een relatief ongekend fenomeen en het wordt vaak niet opgepikt door zorgverleners. Het gevolg is dat hoewel postnatale depressie zowat 17%1 van de vrouwen treft, meer dan driekwart van hen geen diagnose en geen behandeling krijgt.2 Tot 60% van de vrouwen met een perinatale depressie onderneemt trouwens geen enkele stap om hulp te zoeken.3
Depressie of babyblues?
We hebben het hier niet over een onschuldige ‘babyblues’.3 “De meeste moeders hebben licht depressieve symptomen die een paar dagen na de bevalling optreden en binnen de twee weken na aanvang weer verdwijnen”, stelt dr. Juliette Debeaud, die als psychiater in het UVC Brugmann gespecialiseerd is in de perinatale geestelijke gezondheid. “Wanneer die sombere stemming langer dan vijftien dagen aanhoudt en een invloed heeft op het functioneren van de mama, dan is er sprake van een post-partumdepressie.”
De helft van de postnatale depressies begint eigenlijk al vóór de bevalling. Daarom spreekt de DSM-54 van een ernstige depressieve stoornis “met peripartum onset” en niet “met postpartum onset”, zoals in de DSM-45 geschreven stond. De DSM-5 schat de duur van de post-partumperiode op vier weken. In de klinische praktijk en binnen de onderzoekswereld is men echter van mening dat deze periode tot twaalf maanden na de geboorte6 strekt. Ook vaders lopen rond de geboorte een verhoogd risico op een depressie.3
Grote impact
Symptomen zijn onder meer een sombere stemming (dysforie), schuldgevoelens, onvermogen om plezier of interesse te ervaren (anhedonie), vermoeidheid, slaapstoornissen, angst en suïcidale gedachten.3,4 “Het risico op suïcide mag niet onderschat worden”, waarschuwt de psychiater. "Wereldwijd is tot een vijfde van de moedersterfte te wijten aan suïcide. Daar moet je nog de overlijdens bij tellen die het gevolg zijn van somatische ziekten vanwege een depressieve context. Een recente bevinding is dat het verhoogde risico op maternaal overlijden tot wel 18 jaar (!) na het begin van de follow-up blijft bestaan.7 Daarnaast bestaat er een risico op infanticide, al is dit zeldzamer.3”
Daarbij komen nog de gevolgen die een depressie kan hebben voor de relatie met de partner, voor het sociale en professionele leven van de moeder en natuurlijk voor het kind.
Gevolgen voor de baby
Een depressie kan het vermogen van een ouder om voor zijn of haar baby te zorgen, aantasten.8 “Een postnatale depressie kan een veilige hechting tussen moeder en kind belemmeren, en de ontwikkeling van het kind verstoren”, legt dr. Debeaud uit.
“Depressieve moeders zijn minder goed in staat om de signalen van hun baby op te vangen en daar adequaat én voldoende synchroon op te reageren. Als de interacties van de moeder herhaaldelijk niet ‘in sync’ zijn met de noden van het kind, zal het orthosympathische systeem van de pasgeborene in eerste instantie op hol slaan, en gaat die (luid) protesteren. Maar als dit geen passende reactie van de moeder oplevert, trekt de baby zich in een tweede fase terug uit de relationele wereld, om zichzelf te beschermen. Dit noemen we sociale of relationele terugtrekking.9” Een relationeel teruggetrokken baby zal minder geluid maken, oogcontact vermijden en minder expressie vertonen in het gezicht.10 De moeder kan dit interpreteren als afwijzing (“Mijn baby houdt niet van me!”), wat haar angst en gevoel van onbekwaamheid verder kan versterken.
“Het gaat dus niet om een ‘brave’ baby, maar om een kind dat niet de relationele voeding krijgt dat het nodig heeft, wat schadelijke gevolgen kan hebben voor zijn of haar ontwikkeling”, gaat de psychiater verder. “Een postnatale depressie verhoogt het risico op ziekenhuisopname en sterfte van de baby tijdens het eerste levensjaar.11 Een meta-analyse laat ook zien dat een perinatale depressie de kans verhoogt dat het kind in de puberteit en op volwassen leeftijd een depressie doormaakt.12”
'Wereldwijd is tot een vijfde van de moedersterfte te wijten aan suïcide'
Anamnese en diagnose
Het is dus cruciaal om een perinatale depressie op te pikken. Als zorgverlener kan je de volgende vragen stellen:
“Hoe voel je je?”
“Hoe ervaar je het moederschap?”
“Hoe gaat het met de baby?”
Je kunt ook een beroep doen op de Edinburgh Postnatal Depression Scale (EPDS).13 Deze zelf in te vullen vragenlijst met tien vragen helpt bij het opsporen en opvolgen van een perinatale depressie.(1) “We maken ons zorgen als de score hoger is dan of gelijk is aan 11/30”, zegt dr. Debeaud. De diagnose van post-partumdepressie wordt vervolgens gesteld a.d.h.v. een uitgebreide klinische evaluatie, waarbij we rekening houden met de diagnostische criteria die beschreven staan in de DSM-5.3,4
Wie loopt risico?
Er zijn heel wat risicofactoren3,14-16: angst- en/of depressieve symptomen tijdens de zwangerschap, een ‘babyblues’ na de bevalling, een gecompliceerde of ongeplande zwangerschap, een persoonlijke of familiale voorgeschiedenis van psychiatrische stoornissen (waaronder een eerdere perinatale depressie), drugsgebruik, gebrek aan sociale steun, een lage sociaaleconomische status, slechte slaapkwaliteit, een ‘moeilijke’ baby, stressvolle gebeurtenissen (overlijden, ernstige ziekte, …), relationele problemen, enzovoort. Vrouwen die het slachtoffer werden van huiselijk geweld hebben ook vijf keer meer kans op een postnatale depressie.17
Daarentegen tonen studies aan dat vrouwen die peripartum aan lichaamsbeweging doen een lager risico op perinatale depressie hebben.18,19 Vaders die twee weken betaald vaderschapsverlof opnemen, lopen minder risico op het ontwikkelen van een post-partumdepressie.20
Behandelopties
De behandeling hangt af van de ernst van de perinatale depressie, de specifieke situatie waarin ze voorkomt en de voorkeur van de patiënt zelf.3,21
In het geval van een lichte depressie kunnen psychosociale behandelingen soelaas bieden, zoals hulp van naasten en ondersteuning van professionals.
Bij een matige depressie zetten we cognitieve gedragstherapie of interpersoonlijke psychotherapie in, waarin de focus ligt op de moeilijkheden die gepaard gaan met de overgang naar het ouderschap. Cognitieve gedragstherapie lijkt de meest effectieve psychotherapie te zijn.22 Deze relatief korte therapietrajecten kunnen voorgeschreven en gevolgd worden in de eerstelijnspsychologie of in een centrum voor geestelijke gezondheidszorg.
Bij ernstige depressie wordt een medicamenteuze aanpak aangeraden. De risico's van medicatie zijn kleiner dan de mogelijke gevolgen van de stemmingsstoornis. Bovendien zijn sommige selectieve serotonine-heropnameremmers (SSRI's) perfect compatibel met de borstvoeding.
Medicamenteus
SSRI's zijn de eerste keuze en kunnen afzonderlijk of in combinatie met psychosociale of psychologische behandelingen ingezet worden.3,21,23 “Sertraline en paroxetine mogen voorgeschreven worden aan zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven”, aldus dr. Debeaud. “Deze SSRI's moeten ingenomen worden tot zes à twaalf maanden na remissie, en vervolgens geleidelijk worden afgebouwd. Bij patiënten met een voorgeschiedenis van depressie moet je rekening houden met medicijnen die ze in het verleden al hebben genomen en die effectief zijn gebleken. In elk geval moet je de patiënte erop wijzen dat het tot vier à zes weken kan duren vooraleer de behandeling effect heeft.(2)” Misschien belangrijk om te signaleren dat oestradiol een veelbelovende behandeling is voor postnatale depressie.24 Lichttherapie is nog niet uitgebreid onderzocht, maar zou ook effectief kunnen zijn.25
Alvorens een behandeling op te starten, raadt de psychiater wel aan om een bloedonderzoek te doen, om een mogelijke lichamelijke oorzaak van de symptomen uit te sluiten. “Schildklierproblemen en bloedarmoede kunnen bijvoorbeeld stemmingsstoornissen veroorzaken”, luidt het. Daarnaast moeten de psychosociale factoren die verband houden met de perinatale depressie systematisch geïdentificeerd en aangepakt worden, om het risico op herval te beperken.
Opmerkingen:
(1) De EPDS is gemakkelijk online te vinden en is toegankelijk voor patiënten.
(2) In augustus 2023 keurde de FDA zuranolon goed, dat depressieve symptomen al vanaf de derde dag verlicht.26 Dit middel is echter nog niet verkrijgbaar in België.
1-25: Referenties zijn beschikbaar bij de redactie.
Leerdoelen
Na het lezen van dit artikel bent u vertrouwd met:
- De epidemiologie van perinatale depressie;
- Het verschil tussen een perinatale depressie en de ‘babyblues’;
- De symptomen van een perinatale depressie;
- De gevolgen van een perinatale depressie voor de baby;
- De anamnese en de beschikbare tools om een perinatale depressie op te sporen en de diagnose te stellen;
- De risicofactoren voor deze stemmingsstoornis;
- De beschikbare behandelingen, naargelang de ernst van de depressie;
- De medicijnen die kunnen worden voorgeschreven bij ernstige perinatale depressie.